Waarom deze spelling vaak verwarrend is
Veel mensen twijfelen tussen de woorden 'verwelkomd' en 'verwelkomt'. Deze twijfel komt vooral voor wanneer we dit woord in geschreven taal gebruiken. Het verschil is klein, maar belangrijk: het ene is een voltooid deelwoord, het andere is een vervoegde vorm van het werkwoord. In dit artikel leggen we je precies uit wanneer je welke vorm moet gebruiken.
Het werkwoord 'verwelkomen'
'Verwelkomen' is een regelmatig werkwoord. Dit betekent dat het zich aan de standaardregels van de Nederlandse grammatica houdt. Om correct te schrijven, moet je weten of je het werkwoord in de tegenwoordige tijd gebruikt, in de verleden tijd of als voltooid deelwoord.
Wanneer schrijf je 'verwelkomt'?
'Verwelkomt' is de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze vorm als je bedoelt dat iemand op dit moment iemand anders verwelkomt. Bijvoorbeeld: "Hij verwelkomt de gasten met een grote glimlach." Hier zie je dat het een handeling is die nu gebeurt, en daarom gebruik je 'verwelkomt'.
Wanneer schrijf je 'verwelkomd'?
'Verwelkomd' is het voltooid deelwoord van 'verwelkomen'. Je gebruikt dit woord als je over een handeling spreekt die al voltooid is. Bijvoorbeeld: "De gasten zijn hartelijk verwelkomd bij binnenkomst." Hier is de verwelkoming al gebeurd, dus gebruik je 'verwelkomd'.
Veelgemaakte fouten
Een veelgemaakte fout is het gebruik van 'verwelkomt' waar eigenlijk 'verwelkomd' hoort te staan. Dit gebeurt vaak bij zinnen in de lijdende vorm, zoals: "De gasten worden verwelkomt." Correct zou zijn: "De gasten worden verwelkomd." Denk eraan dat in de lijdende vorm meestal een voltooid deelwoord wordt gebruikt.
Hoe voorkom je de fout?
Een handige manier om te bepalen of je 'verwelkomd' of 'verwelkomt' moet gebruiken, is door het werkwoord te vervangen door een ander regelmatig werkwoord, zoals 'maken'. Als je zegt: "Hij maakt de taart," is dat tegenwoordige tijd, dus net zoals "Hij verwelkomt de gasten". Als je zegt: "De taart is gemaakt," dan is dat voltooid deelwoord, net als "De gasten zijn verwelkomd."
Oefenen helpt
De enige manier om dit soort grammaticafouten te voorkomen, is door veel te oefenen. Probeer zelf eens zinnen te maken en vervang het werkwoord door iets eenvoudigs als 'maken' of 'werken'. Zo voel je beter aan welke vorm correct is. En onthoud: taal is een kwestie van oefenen, herkennen en vaak gewoon even opzoeken.
