De kunst van print op print: zo doe je dat elegant
Veel vrouwen durven het niet aan: verschillende prints en patronen met elkaar combineren. De angst is groot dat het geheel te druk, te chaotisch of zelfs te kinderachtig wordt. Maar als je de juiste technieken toepast, kan de combinatie van prints juist zorgen voor een ontzettend chique, gelaagde en volwassen uitstraling. Het is de ultieme manier om jouw persoonlijke modegevoel te uiten zonder extreme moeite te doen. Dit artikel leert je de subtiele regels van het combineren van patronen, zodat jij met zelfvertrouwen experimenteert, ongeacht je figuur of leeftijd.
Waar moet je op letten bij het mixen van patronen?
De sleutel tot succes ligt in balans en harmonie. Je hoeft niet twee exact dezelfde prints te dragen om een geheel te creëren. Sterker nog, het is vaak interessanter om prints te kiezen die elkaar aanvullen in plaats van kopiëren. Denk hierbij aan de grootte, de kleurfamilie en de type print die je combineert. Het doel is dat de prints elkaar versterken in plaats van overschaduwen. Dit vereist een tactische aanpak.
Het belang van kleurfamilie
De makkelijkste manier om prints bij elkaar te brengen, is door te zorgen dat ze een of twee gemeenschappelijke kleuren hebben. Stel, je hebt een bloemenprint met marineblauw, wit en rood. Dan kun je dit perfect combineren met een Bretonse streep (wit en marineblauw). Door de gemeenschappelijke basiskleuren lijkt het alsof de kledingstukken bij elkaar horen, ondanks dat de patronen totaal verschillend zijn. Het oog wordt zo geleid door de kleurharmonie, waardoor de verschillende patronen minder storend werken. Een monochrome basis, waarbij je speelt met lichte en donkere tinten van dezelfde kleur, is ook altijd een veilige en chique keuze.
Variatie in schaal creëert diepte
Een veelgemaakte fout is het kiezen van twee prints met dezelfde grootte. Dit zorgt voor visuele concurrentie en maakt de outfit rommelig. De gouden regel is om prints te kiezen met verschillende schalen. Combineer bijvoorbeeld een grote, opvallende ruit (schotse ruit of tartan) met een subtiele, fijne polkadot of een kleine pied-de-poule. Het grote patroon wordt de blikvanger, terwijl het kleine patroon fungeert als een neutrale textuur. Dit geeft de outfit direct diepte en structuur en zorgt voor een veel elegantere uitstraling dan wanneer beide prints even dominant zijn.
Neutrale zones en de 'rust' factor
Wanneer je twee opvallende prints draagt, is het cruciaal om een element van rust in de outfit te brengen. Dit doe je door een neutrale zone te creëren. Gebruik een effen kledingstuk of accessoire om de patronen te scheiden of te aarden. Denk aan een riem in een neutrale kleur, een effen blazer over een geprinte blouse en rok, of een strakke zwarte panty. Dit 'rustpunt' geeft het oog de kans om bij te komen en zorgt ervoor dat de prints niet met elkaar in conflict komen, waardoor de look verzorgd blijft.
Een derde laag als verbinder
Een blazer, vest of lange jas fungeert vaak als een verbindend element. Als je bijvoorbeeld een gestreepte top combineert met een geruite broek, trek dan een effen gekleurde trenchcoat of blazer aan die de primaire kleur van één van de prints oppakt. Dit omkadert de prints en maakt de overgang vloeiender en eleganter. De derde laag voegt niet alleen structuur toe, maar zorgt er ook voor dat de print-op-print look verfijnder oogt en niet overkomt als een spontane, ondoordachte keuze. Experimenteer ook met accessoires zoals sjaals en tassen om kleine accenten toe te voegen zonder de balans te verstoren. Succesvol printmixen draait om zelfvertrouwen en het durven spelen met mode.
